Wanneer was de laatste keer dat je een supermarkt binnenliep en een écht nieuw product zag dat niet van een klein merk was? De schappen liggen vol met dezelfde bekende producten, en wat als nieuw wordt aangeprezen, is vaak niet meer dan een aanpassing: een nieuwe smaak hier en een andere verpakking daar. Dit is niet alleen een gevoel; onderzoek toont ook aan dat de innovatie in onze branche een historisch dieptepunt heeft bereikt. Onderzoeksbureau Mintel liet in een studie zien dat fabrikanten nog nooit zo weinig écht nieuwe producten lanceerden als in 2024. Sterker nog, ruim 65% van alle innovaties bleek eigenlijk geen échte innovaties te zijn! Ondertussen worden MKB bedrijven en private label juist steeds innovatiever. Wat is er aan de hand met de grote, internationale FMCG merken? Zijn ze te groot geworden om nog echt innovatief te kunnen zijn? Of speelt er iets anders? Je leest het – en meer – in deze nieuwsbrief.
Het innovator’s dilemma
In 1997 bracht Harvard Business School professor Clayton M. Christensen zijn boek The Innovator’s Dilemma uit. Hierin beschreef hij hoe grote, gevestigde bedrijven moeite hebben om radicale innovaties te omarmen. De kern van het dilemma ligt in het feit dat juist de praktijken die hebben geleid tot het succes van deze bedrijven tegelijkertijd ook de obstakels vormen voor echte innovatie.
Grote merken hebben doorgaans meer te verliezen dan kleine spelers in de markt. Omdat ze een groter marktaandeel hebben, moeten ze meer investeren om dit te beschermen. Daardoor richten grote fabrikanten zich steeds vaker op incrementele innovaties – zoals nieuwe smaken of verpakkingen – in plaats van radicale vernieuwingen. De grote merken zijn, door hun omvang en succes, gedwongen om meer op ‘safe’ te spelen.
Hoewel incrementele innovaties op de korte termijn de meest veilige optie lijken, zorgen radicale innovaties op de lange termijn juist voor de meeste groei. Het is niet zo dat grote fabrikanten niet wíllen innoveren en groeien, maar hun eigen succes maakt dit moeilijk. Ze hebben zoveel te verliezen dat ze in de verdediging moeten spelen – en dat maakt het lastiger om aan te vallen.
De nummer 1 frustratie
Vraag iemand die werkt bij een groot FMCG bedrijf naar zijn of haar grootste frustratie op het gebied van innovatie, en het antwoord zal waarschijnlijk neerkomen op iets als: het duurt eeuwen voordat een nieuw product kan worden gelanceerd.
Vooral bij de grootste organisaties, waar talloze afdelingen en managementlagen betrokken zijn, verloopt het innovatieproces vaak traag en stroperig. De time-to-market van innovaties is lang, en bovendien verdwijnen veel goede ideeën in een bureaucratisch moeras van eindeloze meetings.
Het is een uitdaging om met snelheid en flexibiliteit te innoveren binnen deze grote organisaties – en juist dat frustreert veel professionals. Maar wie geef je de schuld? Je kunt moeilijk je collega’s verantwoordelijk houden voor de bureaucratie binnen je organisatie als je daar zelf net zo goed deel van uitmaakt. Dit doet me denken aan die fantastische billboard-campagne van Omdenken:
Een billboard langs de snelweg met de tekst: Je staat niet in de file. Je bent de file. De parallel met werken in een grote organisatie is snel gelegd.
Hoe grote fabrikanten kunnen innoveren als startups
Grote merken willen wel meer innoveren, maar hun omvang en succes maakt dit ooit uitdagend. Betekent dit dat grote fabrikanten nooit innovatiever kunnen worden? Zeker niet! Ze kunnen wel innovatiever worden door de principes van een startup te omarmen. Denk aan: kleine teams, korte lijnen, snelheid en direct contact met de consument.
De enige manier waarop fabrikanten deze principes echt kunnen toepassen, is door binnen de organisatie een startup op te richten. Zo’n startup-in-een-bedrijf opereert onder de radar, zodat er met snelheid en volledige autonomie gehandeld kan worden. Hier worden concepten bedacht, kleinschalige proefproducties uitgevoerd en nieuwe ideeën in een vroege fase getest. Pas wanneer een idee écht potentie heeft en het fundament is gelegd, wordt het geopenbaard aan de rest van het bedrijf. Zo wordt de time-to-market aanzienlijk verkort en belanden goede innovaties sneller waar ze moeten zijn: op de schappen!
Dergelijke initiatieven vergen echter enorm veel lef en vertrouwen van een organisatie. Niet iedere organisatie kan morgen al zo’n underground innovatie hub realiseren. Maar met de juiste dosis lef, vertrouwen én begeleiding is het zeker mogelijk!
Een mooi voorbeeld van een innovatie hub is The Innovation Centre van Arla. Hier worden innovaties bedacht, ontwikkeld en getest – volledig onder de radar van de rest van de organisatie!
Versnel het innovatieproces en verkort de time-to-market binnen jouw organisatie
Werk je bij een grote organisatie en wil je het innovatieproces versnellen? Wij van Bamboo Brands kunnen je helpen. Met ruim 25 jaar ervaring in begeleiding van innovatieprojecten binnen grote FMCG merken helpen we je om de time-to-market aanzienlijk te verkorten.
Wil je meer informatie? Neem dan contact met me op via theo@bamboobrands.com. We helpen je graag!